Artiestenmanager Koos van Dijk (63) die Herman Brood ontdekte en groot maakte, ontving gisteravond in Tilburg een Life Time Achievement Award van zijn collega’s.
Het was de tweede keer dat vakvereniging Music Managers Forum Nederland (MMFnl) een prijzenceremonie hield. De Rookie Award voor grootste talent ging naar Walter Flapper (25), manager van het Groningse DJ-collectief Noisia.
Hoewel beide tot een heel andere generatie managers behoren, zijn de verschillen beperkt, denkt Van Dijk. ‘Het blijft een ouderwets energievretend vak’, zegt hij. ‘Maar ik was natuurlijk een frontgeneraal, het enige voorbeeld dat ik had was Colonel Parker. Nu zijn het meer bureaugeneraals.’
Flapper zit inderdaad vooral achter zijn bureau. ‘Ik beschouw mezelf ook wel als ondernemer’, zegt de jonge manager die Noisia van het prille begin (‘ze leefden nog van hun studiefinanciering’) begeleidde naar het heden waarin ze nummers van wereldsterren als Robbie Williams en Moby mogen remixen en elk weekend in een andere wereldstad staan te draaien.
Terwijl Van Dijk door het hele land reisde en bij elk benzinestation uitstapte om zijn antwoordapparaat thuis te checken, kan Flapper tegenwoordig zijn meeste zaken via internet afhandelen. ‘Gelukkig maar, anders moest ik Londen wonen’, zegt hij.
Hetzelfde internet overigens waarop Noisia ontdekt werd en een platencontract scoorde. Ter vergelijking: voor Broods eerste plaat moest Van Dijk indertijd zijn café verkopen. ‘Alles is makkelijker geworden. Wellicht dat ik nu ook de easy road zou nemen, maar ik zou het ook met alle liefde weer precies hetzelfde doen’, zegt Van Dijk.
Andere dingen zijn nog wel hetzelfde, namelijk de artiest tevreden houden. ‘Ik regel alles voor ze, van visa’s aanvragen tot interviews regelen. Het is belangrijk dat zij zich veilig voelen. Soms voel ik me net hun vader’, zegt Flapper. Van Dijk: ‘Herman en zijn band waren ook maar normale mensen, ik moest ze elke dag weer een ster maken.’
Volgens Van Dijk is een goede manager inventief, alert, snel en niet lui. Maar het allerbelangrijkste is goed kunnen communiceren. Flapper stelt het met andere woorden: ‘Je moet geen flapdrol zijn.’
Maar beide managers laten er geen twijfel over bestaan dat in de loop der jaren de artiesten wel erg veranderd zijn. ‘Mijn jongens doen soms rare dingen, zoals lang opblijven en ze staan vaak aangeschoten te draaien, maar vergeleken met Herman Brood zijn we eigenlijk ontzettende watjes. We drinken en roken wel veel, misschien is dat toch nog een beetje rock ’n’ roll.’
Van Dijk ziet dat ook en vindt artiesten van nu ‘geëvolueerder’. ‘Ze hebben meer verantwoordelijkheid, het is minder wild. Daardoor is het vak wel minder romantisch. Dan kies ik toch nog voor die ouderwetse aanpak’, aldus Van Dijk.