Van intochten van Sinterklaas kijkt niemand op. Die zijn zo gewoon dat sommige passanten niet eens de moeite nemen om te blijven staan. Maar de luidruchtige rit van Santa Claus vrijdagavond door Rotterdam wekt beslist wel veel verbaasde blikken. De zes meter hoge bronzen Kerstman wordt, liggend op zijn rug, van Museum Boijmans Van Beuningen gereden naar zijn nieuwe plek, het Eendrachtsplein.
Dat gebeurt nadat het kunstwerk van Paul McCarthy drie jaar lang in het museum heeft gestaan, omdat het te controversieel werd gevonden voor een plaats in de publieke ruimte. De kerstboom, of het ‘ding’ in zijn hand, zou te veel aan een anale dildo doen denken. Dat leverde Santa Claus de bijnaam ‘Kabouter Buttplug’ op.
Dergelijk laatdunkende geluiden zijn in elk geval niet te horen in de optocht waarin muzikanten, clowns en tientallen kinderen met Kerstmanmutsjes of kabouterhoedjes meelopen. Zelfs Sinterklaas loopt mee: ‘Ik gun de Kerstman niet veel, maar dit wel.’
De 13-jarige Hakim Brka draagt geen muts (’die zijn leuk voor kleine kinderen’). Hij vindt het beeld mooi. ‘En ook een beetje apart.’
Hakim snapt wel dat de gemeenteraadsleden van CDA en ChristenUnie/SGP het beeld minder op prijs stellen. ‘Dat komt door de zwarte kleur. Ze hadden hem beter meerdere kleuren kunnen geven, dat trekt meer aan.’
Sjarel Ex, directeur van Museum Boijmans van Beuningen, zwaait Santa Claus uit. Hij zegt: ‘Ik ben blij dat we hebben kunnen bijdragen aan de acceptatie van het beeld bij de burgerij.’ Hij zegt te wensen dat er in de toekomst meer gekke en weerbarstige kunstwerken in Rotterdam te zien zullen zijn.
Wethouder Rik Grashoff van Cultuur is ook blij dat het beeld eindelijk het museum verlaat. Tezelfdertijd wijst hij op de ironie van het feit dat het kunstwerk, dat kritiek op het consumentisme moet uitbeelden, uitgerekend naar een winkelstraat verhuist.
‘Dat is inderdaad wat sneu’, zegt toeschouwster Sabine Maertens. ‘Maar die McCarthy heeft er 230 duizend euro voor gekregen, dat verkleint mijn medelijden.’
Een van de naar buiten gekomen buurtbewoners is Danille Bakker. ‘Hé, eindelijk!’, roept ze als ze over de historie van het beeld hoort. ‘Echt geweldig dat hij nu een plek krijgt en typisch Nederlands dat het zo lang heeft geduurd. In die kerstboom een dildo zien, vindt ze wel wat vergezocht, zegt ze, als Santa Claus haar passeert.
‘Nou, het is er toch echt eentje’, zegt Bas Kwakman. De directeur van Poetry International staat voor zijn kantoor op het Eendrachtsplein en kijkt goedkeurend toe hoe het beeld richting gele hijskraan rijdt. ‘Zoiets moet zeker kunnen. Bovendien is door de ophef het kunstwerk alleen maar belangrijker geworden.’
Bij de kledingzaak waar Santa Claus recht voor de deur komt te staan, weten ze nog niet of ze er blij mee moeten zijn. Assistent-bedrijfsleider Nick Verstappen: ‘Ik begrijp dat mensen het beeld aanstootgevend vinden. Dat wordt dus nog even afwachten, want vooralsnog staat hij pal in ons zicht. Anderzijds, aanstootgevend betekent ook dat het toeristen en dus klanten kan trekken.’